Tegen politieke en maatschappelijke toestanden

Op de jongste Hollandse transformatie

Gommer en Armijn te hoof
Dongen om het recht geloof

ieders ingebracht bescheid
In de weegschaal werd geleid

Doctor Gommer, arme knecht
Had het in ’t eerste slecht

Mits de schrandere Armijn
Tegen Bezam en Calvijn

Lei de rok van d’Advokaat
En de kussens van de Raad,

En het brein dat geenszins scheen
IJdel van gezonde re’en.

Brieven die vermelden plat
’t heilig-recht van elke stad.

Gommer zag vast hier-en-ginds
Tot zo lang mijnheer de Prins

Gommers zijde die boven hing,
Troostte met zijn stalen kling

Die zo zwaar was van gewicht,
Dat al ’t ander viel te licht.

Toen aanbad elk Gommers pop
En Armijn die kreeg de schop.

 Joost van den Vondel

Toelichting: dit spotgedicht beschrijft hoe een strijd in het Binnenhof tussen remonstranten (Armijn) en contraremonstranten (Gommers) door het zwaard van Prins Maurits in het voordeel van de contraremonstranten werd beslist, doordat Prins Maurits met geweld dreigde. Maurits wierp zijn zwaard in de schaal, zodat de balans doorsloeg naar het zwaard ipv de verstandige argumenten van Armijn. Vondel stond aan de kant van de Arminianen/remonstranten, protestanten met een vrijere interpretatie van de Bijbel die geloofden dat de mens met zijn vrije wil keuzes kan maken die bepalen of hij naar de hemel gaat of niet. De Gomaristen/contraremonstranten waren calvinisten met een nauwe interpretatie van de bijbel die geloofden in predestinatie: God heeft van te voren al bepaald wie wel of niet naar de hemel gaat en de mens kan daar geen redelijke inschatting over maken. Later werd Vondel overigens katholiek.