Tegen politieke en maatschappelijke toestanden

Sonnet

Gij, Duitse praalhans, schoftige Imperator,
Wat schuilt gij achter benden moordenaren,
Op welker daden huivrend volkren staren…
Gij, van die rovers waardige dictator!

Gij stelt u aan als aartscivilisator,
Met mitrailleusen, bommen en kanonnen!
Gij meent de wereld lang reeds overwonnen
En kraait uw roem bereids, als triomfator!…

Gij bazelt: Gott mit uns! trots en verwegen!
En ’t bloed van kind’ren sijpelt van uw degen!
De helse satan schenk’ u zijnen zegen!…

Wij houden aan den heil’gen vrede!… God,
Dien gij verhoont met overmoed’gen spot,
Brenge u ten val! Stik in uw bloed en rot…

Lode Krinkels (1868-1921)

Toelichting: Met dank aan Laurens Jz Coster. Uit Een bundeltje oorlogsliederen (1914). Geschreven na de inval van het Duitse leger in België, begin augustus 1914. Tegen de Duitse keizer en oorlogsmisdadiger Wilhelm II, die na de oorlog in Nederland ongestraft en in luxe oud mocht worden, terwijl hij duizenden dieren op de Utrechtse Heuvelrug neerknalde en duizenden bomen omhakte; die in mei 1940 nog stiekem een gelukstelegram naar Hitler stuurde, nadat Nederland zich had overgegeven; een van de grootste idioten uit de geschiedenis, na WO I beschermd door koningin Wilhelmina en het Huis van Oranje, waar hij via zijn afstamming van Stadhouder Frederik Hendrik deel van uitmaakte; hij was formeel een Prins van Oranje. Zie voor Wilhelmina ook het gedicht “De wandelende reet” van Jules Deelder in de hekeldichtenbloemlezing “Ik proef iets wat bedorven is“.