Tegen God en goddelozen

2 Koningen 2:23-25

Profeet Elisa deed zijn best
De mens Gods regels voor te leven
En zo naar eerherstel te streven
Het volk had het weer eens verpest

Elisa schoor zijn schedel kaal
En werd door 42 kinderen
Bespot, wat God kordaat liet minderen
Geen mens zet mannen Gods voor paal!

God regelde bij toverslag
Twee hongerige grizzlyberen
Een bloedbad Gods, dat zou ze leren!
Daar klonk Elisa’s hoongelach

De bodem raakte roodgekleurd
Terwijl die schoolklas werd verscheurd

Jacobus

Toelichting: In 2020 verscheen ‘De openbaringen van Jacobus‘, niet te verwarren met de Openbaring van Jacobus uit de Nag Hammadi-geschriften. Deze nieuwe openbaringen, geschreven door Jacobus, behelzen een complete Rijmbijbel in 81 sonnetten, met warme aandacht voor de gruwelijkste en meest absurde levenslessen in het Woord Gods. Dit sonnet vat het verhaal van de profeet Elisa samen.

Tegen God en goddelozen, Tegen persoon X of Y

Op Freek de Jonge

Het kind uit de Hervormde pastorie
geloofde niet dus nam de jonge Freek
ruw spottend afstand van zijn vaders preek,
hij gold al snel als goddeloos genie

waar iedere afvallige naar keek
als Freek vol vuur de christen kwetste die
tot God bad met gebogen hoofd en knie
opdat ‘ie voor de duivel niet bezweek.

Maar Lale Gül die hunkert naar een leven
in vrijheid die aan die van Freek doet denken
heeft hij een laffe deugsermoen gegeven,

voor hem is ‘t tegenwoordig om het even:
wat woorden die een moslim kunnen krenken
of een pak slaag door lichtgeraakte neven.

John Manschot

Toelichting: Op zondag 12 december vertelde Lale Gül, die ernstig werd bedreigd na de verschijning van haar debuut “Ik ga leven”, in een interview bij omroep WNL dat ze weinig steun kreeg uit progressieve hoek; zo had domineeszoon Freek de Jonge haar de les gelezen over het beschimpen van religie. Lale Gül: “Hij beweerde dat, als je iemand beledigt, dit net zo erg is als wanneer je iemand een klap op z’n kop geeft.” 

Tegen persoon X of Y, Tegen politieke en maatschappelijke toestanden

Bruls lost het op

Corona houdt ons allen in de greep
van angst, verzet, gemopper en gezeur
en ook nog van ministers waar een geur
van machtswellust en liederlijk gedweep

met hun belangrijkheid en zelfs grandeur
het zicht ontneemt op wie nu echt de streep
trekt én een ander virus dat zo leep
in opkomst is terugwijst naar de deur.

Het is Hubertus Bruls die zeer beslist
een eind maakt aan de nationale twist
door in gesprek te gaan met wie gedwee

zich voegen zal naar Huberts exposé.
Daar heeft ‘ie zich vooraf van vergewist
als in een dictatuur waar weerwoord mist.

John Manschot

Toelichting: Hubert Bruls, burgemeester van Nijmegen en voorzitter van het Veiligheidsberaad, wil de polarisatie in de samenleving tegengaan met een “langetermijnstrategie”. Hoe die strategie eruit ziet is onbekend. Bruls wil graag in gesprek gaan om de polarisatie te doorbreken, maar niet met andersdenkenden

Tegen God en goddelozen

Psalm 139

U kent ons, God, tot in de ziel
U heeft de nieren zelfs geschapen
Hooguit genetisch zijn we apen
Van achter, voor, en en profile

God, houd ons op het rechte spoor
Wie over U respectloos praten
En wie U haat moeten wij haten
Daar geeft u geen vergeving voor

Wie zondigt, vloekt of bloed vergiet
Verdient helaas geen eeuwig leven
En zelfs het leven niet voor even
Hun kop eraf, dan staat U quitte

In haat en wrok en jaloezie
Is er van U geen evenknie

Jacobus

Toelichting: In 2020 verscheen ‘De openbaringen van Jacobus‘, niet te verwarren met de Openbaring van Jacobus uit de Nag Hammadi-geschriften. Deze nieuwe openbaringen, geschreven door Jacobus, behelzen een complete Rijmbijbel in 81 sonnetten, met warme aandacht voor de gruwelijkste en meest absurde levenslessen in het Woord Gods. Dit sonnet vat de afdeling “psalmen” samen.

Tegen een bepaald slag mensen

De autohandelaar

De fuseekogel is inmiddels vierkant,
de koppelingsplaat een gatenkaas.
Een auto uit de sloop of cross
geeft hij een prachtig tweede leven.
Hij licht uit liefde voor het vak,
de kunst om roest weer glans te geven.
Een sloopauto hoef je niet te slopen
zolang hij nog een beetje oogt.
Beetje vertoesjen, beetje poetsen
en je kunt hem nog heel goed verkopen.
Tijdens de testrit legt hij de strop
met mooie praatjes om je kop.
Helaas mag je niet de snelweg op:
kentekenpasje thuis vergeten,
als u mij nu eventjes laat rijden,
merk je wel hoe vlot hij gaat.
De turbo gaat nog op volle kracht,
het koetswerk wiegt en schommelt zacht.
Het blijft een hele mooie bak,
het onderhoudsboekje is even zoek,
maar hier gaat u geen spijt van krijgen.
Garantie krijgt u tot de hoek.

Alexis de Roode

Tegen politieke en maatschappelijke toestanden

Trots op Nederland?

Dat ooit voor mij als vaderlandse zoon
Het leven in dit land een aanvang nam
Is iets wat mij toevallig overkwam,
Maar waar ik mij wel dankbaar voor betoon.

Maar dat ik mij nou op de borstkas ram
Uit trots omdat ik hier nog altijd woon
Is net zo vreemd voor mij als autochtoon
Als dat een appel trots is op zijn stam.

Met wat ik doe ben ik soms best tevreden,
Dan breng je immers zelf iets moois tot stand,
Maar wat mijn landgenoten doen of deden
Is voor voldoening voor mijzelf geen reden.

En trots op eigen volk en vaderland
Is vaak de vonk voor weer een wereldbrand.

 

Driek van Wissen (1943-2010)

Toelichting: Driek van Wissen was de Dichter des Vaderlands van 2005 tot 2008. Hij schreef dit sonnet nadat Rita Verdonk in 2007 de politieke partij “Trots op Nederland” had opgericht. Verdonk stond eerder o.a. bekend als een bikkelharde minister van vreemdelingenzaken. Ze opereerde in de rechterflank van de VVD en stapte na een hoog oplopend conflict met o.a. Mark Rutte uit de partij, net als voorheen Geert Wilders. Trots op Nederland viel helaas op door knullige pr-filmpjes, won in 2010 geen enkele zetel bij de verkiezingen en Verdonk verliet de politiek.

Tegen een bepaald slag mensen

twee handjes

hij heeft een magnifiek tichouten handje
een tichouten handje met houtkwast
een tichouten handje met houvast
een tichouten houvast als een tichouten hutje
waarin hij zijn opgezette ticdiertjes ophangt
boven het tic tic knapperend houtvuurtje
waarbij hij ’s avonds laat nog zit te dromen
van dat andere handje dat op zo’n goede voet stond
met het machinegeweertje waarmee hij zo scherp
tic tic kon schieten
peinzend hanteert hij dan zijn ticsomber zingend zaagje
waarmee hij de tichouten nagels van het tichouten handje wat kortwiekt
en leest in de tichouten lijnen des levens
dat het niet de hoge bomen zijn die de kwaadaardigste winden vangen
maar dat dat het allermiserabelst rietje mag doen
dat als ticrietje nu eenmaal gewend is te denken
dat het er spaans tic tic tic toe moet gaan in zijn leven

WANNEER HET IJZEREN HANDJE TAC TAC TAC UIT ANGST
WEER EENS BIJ ONS DE KLOK TERUG ZET

 

Lucebert (1955, Alfabel)

Toelichting: Dit is een gedicht tegen een foute man, een ex-militair. Rudy Cornets de Groot karakteriseerde in 1968 een groot deel van het werk van Lucebert als hekeldichten en noemde daarbij ook dit gedicht. In deze analyse uit 2011 betoogt Wim Kleisen dat de persoon die hier wordt gehekeld, een ex-militair is die met verlangen terugdenkt aan zijn gewelddadige verleden en zijn tichandje waarmee hij de mitrailleur bediende. In 2018 werd duidelijk dat Lucebert zelf bepaald niet vrijuit gaat. In 1943 had hij uitgesproken nazi-sympathieën, meldde zich bijna aan bij de Waffen-SS (zijn vriend Hans Andreus ging wèl) en meldde zich korte tijd later vrijwillig aan om in Duitsland mee te werken aan de opbouw van het Derde Rijk. Daar kreeg hij als 18-jarige een fijn kantoorbaantje en schreef aan een vriendin: “Eerst wanneer alle Germaansche stammen verenigd zijn zal de Jood geen gelegenheid hebben bloed tegen gelijk bloed op te zetten”. Hij loog later dat hij was gedwongen tot de Arbeitseinsatz, vond zichzelf in 1945 opnieuw uit als Lucebert. Hij debuteerde in 1949 met een hekeldicht.

Tegen dichter X

Op de persoonlijke sigaaraansteker van Drs. P

Voor Jaap van den Born

Zo Christus ferm zijn passiegang beleed
walg ik van jou: gelijk een Gargamel
van smurfen walgt – doordrongen en compleet
zoals de Muzelman van Israël,

republikeinen ooit van Watergate,
patiënten van een malicieus gezwel,
junks van de dealer die hun stuff versneed,
cultuurbarbaren van chansons door Brel.

Je bent een netel, een letaal allel
voor moeders, dwangvoeding voor de asceet,
zo walgelijk als tarrels aan een reet,

potsierlijk als een kerstboom in de hel,
ranzig als een bedorven ulevel
en euvelmoedig als een vals profeet.

Ditmar Bakker

Tegen politieke en maatschappelijke toestanden

“De leraar die niet voor de klas kan staan…”

De leraar die niet voor de klas kan staan
en voor zijn leven vrezen moet, heeft recht
om vrij te spreken. Vrij, dus níet geknecht
door moslims die gekwetst aan ’t dreigen slaan

dat deze kwestie door hen wordt beslecht
en dat dit met geweld gepaard zal gaan.
De beurt is aan politici wiens baan
het is om vóór te gaan in dit gevecht.

Maar wat valt Sigrid Kaag hier door de mand!
Ze bezigt zeer beschaafd de onmachtstaal
van hoop, maar door gemis aan harde hand

spreekt er geen leiderschap uit haar verhaal.
Macht zonder daden is niet relevant,
het roepen zonder daadkracht slechts kabaal.

John Manschot

Toelichting: reactie op tweets van Sigrid Kaag over de bedreiging van een leraar in Rotterdam.

DuoTweet SigridKaag

Tegen God en goddelozen

‘Alsof het Allah iets zou kunnen schelen…’

Alsof het Allah iets zou kunnen schelen
dat tekenaars en schrijvers snedig spotten
of burgers smalend spreken over zotten
als moslims wegens doorgesneden kelen

een samenleving schokken en beknotten
in onbekommerd vrij zijn om te delen
wat er zoal in ’t mensenbrein kan spelen.
Laat je door Elforkani niet bedotten.

Die zelfverklaarde spreekbuis der profeet
die ooit verzon dat Allah zelf hem riep
en in diens naam veel onfatsoenlijks deed,

spreekt zalvend van respect maar in ’t geniep
is híj het die een kromzwaard heeft gesmeed
terwijl de Deugd zo lekker deugend sliep.

John Manschot

Toelichting: het sonnet is een reactie op dit interview met imam Elforkani van de Blauwe Moskee, en de recente gebeurtenissen in Frankrijk.